woensdag 01 februari 2012 – Heraut –
Nadat de laatste ballonnen waren verwijderd in aanwezigheid
van zowel de wethouder (rechts) als de beeldend kunstenaar zelf
kon men genieten van de acht dieren die een plek kregen langs het
Bredewater (links op de achtergrond nog enkele te zien).
Bergschenhoek – In aanwezigheid van ondernemers en dorpsbewoners, maar ook van leden van de Kunstcommissie, de wethouder en de beeldend kunstenaar zelf werd woensdagmiddag 25 januari een achttal beelden onthuld. Ze kregen allemaal een plek langs het Bredewater in hartje Bergschenhoek; als een permanente kunstexpositie midden in het centrum.
“Ik vind het een eer om als wethouder van onder andere kunst, cultuur en monumentenzorg van Lansingerland dit bijzondere en kunstzinnige initiatief van het voormalig college van Bergschenhoek met deze opening te bekronen,” onderstreepte wethouder Ruud Braak vlak voor hij enkele kinderen uitnodigde de ballonnen die aan de beelden bevestigd waren los te knippen en zo de kunstexpositie te openen.
Symbolen
Samen met onder andere de winkeliers werd besloten om het centrum van Bergschenhoek te verfraaien met een serie van acht beelden. De beelden, alle vervaardigd door beeldend kunstenaar Jan van IJzendoorn, symboliseren de trekdieren die in het veengebied leefden. Door hun plaatsing langs het water is het net of ze hier zijn neergestreken en vormen ze bovendien een verbinding tussen heden en verleden.
“Stekelbaars, lepelaar, salamander, winterkoninkje, gans, paling, aalscholver en pad symboliseren de trekdieren die Lansingerland vroeger rijk was. Nog niet zo lang geleden was Bergschenhoek nog een veengebied waar deze dieren leefden,” aldus de wethouder. “ Dankzij haar vele water maakt de gemeente onderdeel uit van het waterrijke Zuid-Hollandse polderlandschap; een landschap waarin het waterpeil kenmerkend is, evenals het natte voetengevoel.”
Verplaatsen
Waar deze dieren tegenwoordig neerstrijken heeft alles te maken met onder andere de leefomgeving, het aanwezige voedsel, temperatuur en schuilmogelijkheden. “Kenmerkend is dat ze zich verplaatsen; soms vele kilometers en soms maar een klein stukje. Verbindend element is de zoektocht naar de ideale leegomgeving.” De acht beelden hebben allemaal een lijf dat uit een vijftal bollen is opgebouwd, bedekt met schubben, vacht of verenpatroon. Door kop en poten worden ze herkenbaar als treksier. Net als hun lijf vormen de dieren samen een parelsnoer en geven ze continuïteit aan de ruimtelijke beleving.
Doordat de beelden zijn gemaakt van gemoduleerd glimmend gietijzer zijn ze praktisch onverwoestbaar. Door hun plaatsing vormen ze een leuke wandelroute langs het water.
bron: www.heraut-online.nl/heraut-online/heraut-online/index.php?itemid=17370